Het levensverhaal van Job Kramer Freher (1897 – 1975)

Job Kramer Freher zittende in een stoel aan een tafel met papier voor zich

Door Sjaak Pappe, kleinzoon van Job Kramer Freher en mede-eigenaar van Rynbende Spirits

De man voor wie we Rynbende als eerbetoon opnieuw hebben opgericht

Dankzij de receptuurboekjes van mijn opa Job konden Erik Post en ik met Rynbende in 2022 opnieuw beginnen, nadat we de merknaam van een joint venture van drie grote distilleerderijen “mochten” kopen. Rynbende (anno 1793) als zelfstandig merk was op dat moment al ruim vijftig jaar van de markt.

Job wilde ooit een eigen distilleerderij beginnen, maar de tweede wereldoorlog verstoorde die droom wreed. Alle aandacht was nodig om de fabriek draaiende te houden, zodat de werknemers en hun gezinnen te eten hadden en de eigenaren voldoende winst. Ook na de oorlog had hij al zijn energie nodig om de distilleerderij weer optimaal te laten draaien. Het kwam er dus niet meer van.

Ter ere van mijn opa’s droom hebben Erik en ik Rynbende dus opnieuw in de markt gezet met bewondering voor Job’s leiderschap, vakmanschap, loyaliteit en doorzettingsvermogen. Aanvankelijk wilden we het bedrijf “Kramer Freher Erven” noemen, maar toen we ontdekten dat er een gigantische hoeveelheid erfgoed materiaal van Rynbende bewaard is gebleven, vooral bij het Nationaal Jenevermuseum, zelfs met een eigen depot, en bij een nazaat van oprichter Simon Rijnbende, Wouter Rijnbende, was de keuze snel gemaakt om de merknaam opnieuw te gaan gebruiken. Of mijn opa dat een goed idee had gevonden is overigens maar zeer de vraag. Want hoewel hij zijn hele werkende leven loyaal aan zijn directie bleef, vond hij dat hij onderbetaald werd voor de zware verantwoordelijkheid die hij droeg om de grote distilleerderij draaiende te houden. Zelfs de bonus als afscheid bij zijn pensionering viel hem zwaar tegen.

Rynbende werkenemers aan het werk aan een ouderwetse productie lijn
Oude foto van Rynbende bottelen
Rynbende flessen inpakken

Manusje-van-alles

Waar liggen Job’s wortels? Hij werd op 21 december 1897 in Culemborg geboren als zoon van een meubelmaker, een socialist en revolutionair in hart en nieren, in een gezin van ooit vijftien kinderen. Kramer Freher was de bekendste dubbele naam van Culemborg, die oorspronkelijk als “Kramer gezegd Freher” werd uitgesproken. Het waren oorspronkelijk dan ook twee families. Cornelis Kramer kwam uit Amsterdam, maar na zijn overlijden op zee aan boord als varensgezel keerde diens weduwe Anna van Dillen met baby in 1794 terug naar haar geboorteplaats Culemborg. Zij hertrouwde met Nicolaas Freher die naar Culemborg was teruggekeerd uit zijn geboorteland Suriname, waar zijn familie de plantage “Weltevreden” aan de Commewijne rivier bezat. De familie Kramer Freher verhuisde begin 20ste eeuw naar Schiedam waar Job’s broers Dirk en Koert respectievelijk een kruidenierswinkel en woninginrichtingsbedrijf begonnen.

Job begon na de lagere school in 1911 aan zijn tweede baantje en wel bij Rynbende als loopjongen, zeg maar manusje-van-alles. Bij Rynbende kreeg hij de roepnaam “Job” want hij heette eigenlijk Jacob. Daar was hij best trots op want dat was een typische distillateursnaam. Later mocht hij gaan bottelen en tappen met een hand-bottelmachientje. Omdat hij er goed mee om kon gaan, haalde Job, zoals hij destijds met trots vertelde, een productie van 600 flessen per uur. In vergelijking met hedendaagse bottelmachines vind ik dat nog steeds een hele prestatie. Jarenlang bewaarde Job dat oude handmachientje in de fabriek als relikwie.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Job in het leger en was hij gestationeerd in Amsterdam waar hij onder andere moest optreden tegen het zogenaamde Aardappeloproer.

Korte historie over de aardappeloproer ▼

Jeneverstoker

Na zijn diensttijd bleek hij, teruggekeerd bij Rynbende, een veelzijdig man en zijn prestaties en werklust vielen op. Hij had zijn hart inmiddels aan het distillateurs vak verpand en mocht na een tijdje gaan “versnijden”.

Betekenis vernsijden ▼

Hij kreeg inzage in oude recepten en werd daarmee de jeneverstoker van de grote distilleerderij. Naast hem was er alleen een likeurstoker, een jonge achterneef van hem, Louis Meulstee, die een carrière switch had gemaakt vanuit het bakkers-vak. Het was hard en lang werken. Er werden werkdagen gemaakt van 12 tot 13 uur, meestal zes dagen per week. Met het werk van jeneverstoker alleen was hij er niet, want hij speelde ook nog voor chauffeur op producten weg te brengen, behalve die voor de export waren bestemd. Een ander familielid, Piet van der Wel, was een collega-chauffeur en hij deed dit het fulltime en bestuurde ook de eigen reclamewagens van Rynbende.

Rynbende produceerde in de eerste helft van de 20e eeuw vooral “Z.O.G.” (Zeer Oude Genever) en de zogenaamde “White Label” jonge jenever.

Betekenis “white label” jenever ▼

Foto Job Kramer Freher
Rynbende heit de klok krantenartikel reclame
Opa Job met Directeur Breve

Meesterknecht & Bedrijfsleider

Hij trouwde in 1924 met de lieve, verlegen en zorgzame Gon van Kampen. Aan het huwelijk ging trouwens een drama vooraf. Toen Gon’s katholieke familie merkte dat de verkering met de Nederlands Hervormde (protestante) Job serieuze vormen aannam, zetten ze haar letterlijk op straat. Gelukkig kon ze intrekken bij een getrouwde zus maar zodra Job een geschikte woning had gevonden, huwde hij Gon. Ze kregen twee dochters: Geertje – mijn moeder – die later de naam Truus aannam en Dora.

In 1933 ging meesterknecht Kreuger met pensioen en Job volgde hem op. Dat betekende leidinggeven aan het bedrijf dat nog steeds groeide. Mede door Job’s organisatietalent en fenomenale geheugen liepen de zaken op rolletjes. Toen dan ook in 1940 de bedrijfs-chef helaas kwam te overlijden volgde de benoeming van Job tot bedrijfsleider in diens plaats. Deze functie bekleedde hij tot zijn pensioen in 1963.

Naast het laten gereedmaken van producten, zorgen voor voldoende voorraad, verpakken en verzenden, kwam het vervullen van douaneformaliteiten in verband met de accijns bij zijn takenpakket. Ook hield hij de loonlijsten bij en betaalde hij het personeel uit, dat hij ook zelf aannam. Job stond goed aangeschreven bij zijn personeel mede vanwege zijn goede manier van organiseren en duidelijkheid. Hij schiep de voorwaarden waardoor medewerkers hun werk goed konden doen. Tot slot was hij verantwoordelijk voor het goed laten verlopen van de jaarlijkse onverwachte overheidscontroles. Dan werd alle gedistilleerd, van de grondvaten, het product dat in bewerking was tot en met het gereedgekomen product in de magazijnen, opgenomen. Zes ambtenaren waren daar een dag mee bezig. Alles klopte altijd precies. Directeur Breve gaf Job de vrijheid om de distilleerderij geheel zelfstandig te runnen. Ze konden het goed met elkaar vinden. Alleen in speciale uitzonderingssituaties moest Job met zijn superieur overleggen maar dat duurde nooit lang. Job had altijd al een praktische oplossing bedacht.

De Tweede Wereldoorlog

In de Tweede Wereldoorlog had de distilleerderij met diverse uitdagingen te maken, zoals beperkte grondstoffen, distributiebeperkingen en het risico gedwongen gesloten te worden. Echter, Job wist creatieve manieren te vinden om de distilleerderij te laten overleven en zelfs te laten floreren tijdens deze moeilijke periode.

Een belangrijke factor was dat alcoholische dranken nog steeds werden geconsumeerd, zij het misschien in mindere mate of onder andere omstandigheden. Rynbende paste zich aan door hun productieprocessen aan te passen en nieuwe producten te ontwikkelen, die binnen de beperkingen van die tijd pasten. Zo produceerde Rynbende alternatieve alcoholische dranken met wat ze beschikbaar hadden, zoals jenever en likeur met alternatieve ingrediënten. Ook werd er samengewerkt met andere bedrijven en vooral met boeren om grondstoffen of producten te delen of te ruilen.

Verder hebben sommige distilleerderijen geprofiteerd van de oorlogsomstandigheden door bijvoorbeeld hun producten te verkopen aan Duitse soldaten of op de zwarte markt, hoewel dit natuurlijk riskant kon zijn. Daarnaast waren er distilleerderijen die zich specialiseerden in de productie van industriële alcohol voor niet-consumptiedoeleinden, zoals brandstof of desinfectiemiddelen, wat een lucratieve bron van inkomsten kon zijn. Rynbende deed aan dit alles niet mee, althans voor zover ik weet.

Kortom, Rynbende, geleid door Job, overleefde de Tweede Wereldoorlog door zich aan te passen aan de omstandigheden, creatieve oplossingen te vinden en soms door te profiteren van nieuwe marktkansen die ontstonden door de oorlogssituatie.

Rynbende's bedrijf werknemers
Rynbende dozen uitladen

De Watersnoodramp

Job was nooit erg spraakzaam en als je dan met hem op het werk een gesprek voerde dan keek hij tegelijkertijd uit zijn kantoorraam de distilleerderij in zodat niets hem zou ontgaan. Je zag dat ie met zijn gedachten bij dingen was die nog moesten gebeuren. Praten over bijzonderheden en successen deed hij nooit. Alles was gewoon. Ja, over kleine dingen sprak hij met enthousiasme, zoals in 1913 toen ze namens Rynbende een praalwagen maakten ter herdenking van 100 jaar einde van de slag bij Waterloo. Verder deed hij gewoon zijn werk en daar had hij zijn handen vol aan, zei hij.

Het jaar 1953 was een rampjaar voor Nederland zowel als voor Job met misschien maar één, doch zwaar overschaduwd, lichtpuntje: de geboorte van zijn eerste kleinzoon (schrijver dezes). In januari en februari vond de grootste natuurramp van de 20ste eeuw in Nederland plaats, die ook delen van Engeland, Duitsland en België trof: de watersnoodramp in Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant.

Het water bedreigde ook de distilleerderij, maar gelukkig bleef de schade beperkt, terwijl wijken in de buurt wel onder water kwamen te staan. Na de watersnoodramp regelde Job hulp. Ze leverden een grote hoeveelheid jenever aan de getroffen gebieden om te helpen bij het opwarmen van de overlevenden en het bieden van troost. De jenever werd gezien als een manier om de getroffenen op te warmen en hen te helpen omgaan met de ontberingen na de ramp.

Meer informatie watersnoodramp en de zoon van Schrijver Dezes ▼

Dochter Dora

November 1953. Zijn kleinzoon (ik) was een week oud. Mijn moeder lag nog in het kraambed bij haar ouders thuis. Dat wilde ze graag ondanks dat mijn ouders inwoonden bij mijn vaders ouders. Inwonen was vrij gebruikelijk in die tijd vanwege de woningnood. En dan gebeurt het volgende. Haar zus Dora had mijn geboorte bijgewoond en was een apetrotse tante, die dat aan iedereen die het maar horen wilde, vertelde. Uitgelaten was ze na mijn geboorte op een korte vakantie gegaan. Ze keerde een week na mijn geboorte terug met de touringcar, die haar voor de deur van haar ouderlijk huis maar aan de overkant van de straat afzette. Ze kon niet wachten mij en haar familie weer te zien. Daarom liet ze de bus niet eerst wegrijden, voordat ze de weg overstak. Ze sprong eruit en stak voor de autobus langs over. En toen was er de auto die zij niet had gezien. Zowel de chauffeur als Dora hadden geen schijn van kans.

Kun je voorstellen wat er in de familie gebeurde? In een week tijd zowel een nieuw leven geboren als een jonge vrouw in de bloei van haar leven weggerukt. Ik kan me er heel moeilijk een goede voorstelling van maken. Het was een nachtmerrie! Op foto’s uit die dagen, waarop ik als pasgeborene met Job en mijn oma te zien ben, zie je dan ook geen lachende gezichten.

In de jaren dat Job nog werkte leerde ik hem kennen als een strenge, zich altijd zorgen makende – hij had een maagzweer waar niemand buiten het gezin vanaf wist – en nogal eens humeurige opa, die altijd hard en veel moest werken. Los van eventuele zorgen Rynbende kon ik me dat gedrag later best voorstellen als je één van je twee dochters verliest. Behalve op verjaardagen. Dan was hij gelukkig en maakte hij grappen en grollen met zijn broers en zussen.

Opa Job Afscheid
Opa Job met zijn vrouw op latere leeftijd

Ons Eerbetoon

Na zijn pensionering bezocht hij nog af en toe de distilleerderij. Ik kan me nog een keer herinneren toen ik als 10-jarige jongen met hem meeging en hij al snel na binnenkomst zag dat de gehele gereedstaande productie van de jaarlijkse bessenjenever bezinksel bevatte. Daardoor was de hele voorraad waardeloos geworden. Hij riep zijn opvolger Meyer erbij. Die stond met zijn mond vol tanden en het schaamrood op zijn kaken.

Zeven jaar later in 1970 werd het merk Rynbende van de markt gehaald nadat het was samengevoegd met de Zuid-Nederlandsche Melasse-Spiritusfabriek waartoe ook Henkes behoorde en zo ontstond Henkes Verenigde Distilleerderijen. Bols nam dit bedrijf in 1986 over en bracht korte tijd Rynbende weer in de handel. Slijterijketen Mitra voerde het merk in verschillende smaken vanaf 1998 nog een paar jaar. Of Rynbende als merk was blijven bestaan als Job er nog de leiding had gehad? We zullen het niet weten.

Na zijn pensionering werd hij een lieve, ontspannen en altijd in jongere generaties geïnteresseerde grootvader.

Het verhaal van Job Kramer Freher is niet alleen een eerbetoon aan een buitengewone man, maar ook een herinnering aan zijn veerkracht, toewijding, onwrikbare vastberadenheid en zorgzaamheid. Moge zijn nalatenschap ons blijven inspireren en leiden.

 

Welkom bij Rynbende Spirits

Ben je 18 jaar of ouder?